Met afstand de populairste NAC-speler van zijn tijd. Als één speler de juiste mentaliteit bezat, dan kom je automatisch bij Gerard den Haan. Noeste arbeider op het middenveld, niet gezegend met een overdosis voetbaltalent, maar zijn ijver maakte veel, zo niet alles goed. Zijn lange manen waren bijna de gehele wedstrijd horizontaal te bewonderen.
Zijn verhaal is ongekend. Tot zijn zeventiende wist hij amper dat er noppen onder voetbalschoenen zaten. Voetballen deed hij op straat, voor en na schooltijd. Op die pleintjes werd hem al duidelijk dat hij nooit een technisch hoogstaande speler zou worden. Met een tomeloze inzet en schaven hield hij zich staande. Op zijn zeventiende werd hij lid van SVW, pas 5 jaar later bereikte hij het eerste van de vereniging. Zijn militaire diensttijd was daar debet aan. 14 Maanden lang was hij gelegerd in Duitsland.
Ook in het eerste van SVW de ijver, de inzet en het schaven. Door vreselijk hard te trainen was Den Haan beresterk en kon 90 minuten blijven gaan.
NAC werd zijn eerste club in het betaalde voetbal. Een contract als semi-prof verdiende hij door tussenkomst van Martien Vreijsen. Vreijsen werkte bij latere NAC-sponsor Den Braven en trainde af bij SVW. Slechts een half seizoen trainde de ex-international mee, maar bij zijn afscheid nam hij Den Haan nog eventjes apart. `Als jij ooit verder wil, in het betaalde voetbal wil spelen, bel mij dan`, zei Vreijsen toen hij zijn telefoonnummer achterliet.
Een half jaar later trok Gerard den Haan de stoute voetbalschoenen aan. Met knikkende knieën pakte Den Haan de telefoon, toetste de cijfertjes van zijn papiertje in en zei: `Meneer Vreijsen, U spreekt met Gerard van SVW`.
Vreijsen regelde een proeftraining en toenmalig trainer Hans Verèl zag het helemaal niet zitten in Den Haan. Dag betaald voetbal, dag droom. Toevalligerwijs werd Den Braven een seizoen later hoofdsponsor van NAC en hij haalde de trainer over om Den Haan een jaar te laten spelen bij NAC. `Kost toch geen drol`, aldus Den Braven. En zo kwam Gerard den Haan daar waar hij wilde zijn.
De eerste maanden leek Den Haan een doofstomme. Hij zei niets, trainde alleen maar keihard en hoopte op een kansje. Op 3 september 1988 kwam dat kansje dan eindelijk, thuis tegen Telstar. Als een wildebras liep hij de graszoden uit het veld in de Beatrixstraat. Bij Excelsior uit weer een invalbeurt en thuis tegen DS’79 volgde zijn debuut in de basis. NAC won met 2-0 en Den Haan, die later de bijnaam Samson kreeg opgespeld, scoorde meteen. Een held was geboren, zijn basisplaats kwam enkel nog door eigen blessures en schorsingen in gevaar.
Speelde Den Haan niet, dan nam hij geen plaats op de eretribune. Nee, hij stond tussen zijn fans op de B-Side. Mannen die in Den Haan een speler zagen met beperkte voetbalkwaliteiten, maar dit compenseerde met een soms ongezonde werklust. Tegenstanders werden dol van Den Haan. Hij speelde op het randje van het toelaatbare, soms er over. Voetbalminnend Breda adoreerde hem, zeker toen hij in de uitwedstrijd bij AZ een vlag van de tegenstander van het hek afscheurde.
In totaal speelde Den Haan 123 wedstrijden voor NAC waarin hij 3 keer scoorde. Later speelde hij nog bij Zwarte Leeuw en Berchem Sport in België en nog voor Eindhoven. Daar hield zijn loopbaan als semi-prof op. Hij was toen 32 jaar.
Op amateurniveau bikkelde Den Haan verder bij Kozakken Boys, eerste klasser Schelluinen en vervolgens bij Stedoco dat uitkomt in de vierde klasse.
Eén ding blijft hij jammer vinden; hij heeft nooit een fatsoenlijk afscheid gekregen bij NAC. Op één of andere manier heeft het bestuur dat afgeblazen en daar baalt hij nog steeds van.
Leave a reply